Energietransitie kent ook risico’s
Waakhond waarschuwt: ’Kans op ernstige ongevallen door grote veranderingen’
THEO BESTEMAN
Aangepast: 16 feb. 2024
15 feb. 2024 in FINANCIEEL
AMSTERDAM – Nederland tuigt snel nieuwe energiebronnen op, maar kijkt vooraf te weinig naar de risico’s voor veiligheid van de omgeving. „Ongelukken kunnen een rem zetten op de energietransitie”, waarschuwt directeur Theodor Kockelkoren van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) bij de uitbreiding naar waterstofopslag, aardwarmteboringen en de afbouw van gas- en olie-installaties.
© SERGE LIGTENBERG
Toezichthouder Kockelkoren: ’Er zijn nog onzekerheden over waar en hoe je waterstof veilig opslaat. Het is ontzettend belangrijk dat daar vooraf meer over wordt nagedacht.’
Nederland heeft onvoldoende zicht op die ondergrond. Er liggen tienduizenden kilometers pijpleiding op de zeebodem. Lekkages kunnen zonder controles langdurig onopgemerkt blijven. Uit het jaarplan van de toezichthouder blijkt dat de overheid veel helemaal niet ziet. „Er is onvoldoende inzicht in de status van de pijpleidingen. Het is niet altijd bekend waar ze liggen, wat ze vervoeren en of ze nog in gebruik zijn.”
Kockelkoren constateert dat het risico op arbeidsongevallen toeneemt. Op de Noordzee dijen bouwprojecten voor platforms uit voor schone energie, en worden oude installaties afgebouwd en hergebruikt. „Door de toename van activiteiten en een schaarste aan geschikt personeel is er een grotere kans op ongevallen”, waarschuwt hij.
Alternatieve energie
Offshore zijn er volgens de SodM-baas meer risico’s. „Op dit moment is nog onvoldoende bekend welke stoffen vrij kunnen komen bij windparken op zee en wat het effect is op het milieu.” Daarbij komt dat nieuwe bedrijven zoals de trendy ’zee-boerderijen’ voor zeewier, andere kweekondernemingen en waterstofproducenten „weinig tot geen ervaring met offshore” hebben. SodM waarschuwt voor de kans op ongelukken.
© SERGE LIGTENBERG
Toezichthouder ziet risico’s in de opslag van waterstof in straks zestig cavernes. ’Veel is nog onbekend’, aldus directeur Theodor Kockelkoren.
Bij de grootschalige invoering van het schone waterstof als energiedrager, gaat het ook niet overal goed, waarschuwt Kockelkoren. „Bedrijven experimenteren er volop mee. Maar er zijn ook nog onzekerheden over waar en hoe je waterstof veilig opslaat. Het is ontzettend belangrijk dat daar vooraf meer over wordt nagedacht”, aldus Kockelkoren. „Heb je geen alternatieven voor opslag, dan kan dat echt een spelbreker worden. Terwijl waterstof een grote bijdrage kan leveren aan onze energietransitie.”
Waterstof is zeer schoon, maar ook een vluchtig gas. Bestaande gasleidingen worden gebruikt voor transport van waterstof, dit jaar lopen er vier proefprojecten bij olie- en gaswininstallaties.
Noordzee
Een enkel ongeluk met ontsnapte waterstof, dat in toenemende mate fossiele brandstoffen als kolen, olie en gas gaat vervangen, kan voor een ramp zorgen. Dat kan direct een stop betekenen op verder gebruik van een op zich goede energiedrager, stelt hij. Dit jaar begint waterstofproductie ook op de Noordzee, waar de waakhond zich nadrukkelijk zal laten zien.
Kockelkoren: „Die waterstofcavernes zijn eigenlijk gigantische batterijen onder de grond. Belangrijk voor ons nieuwe energiesysteem. Als je niet vooraf goed nadenkt, dan loop je onnodig risico’s.”
Die kunnen in de bebouwde omgeving grote gevolgen krijgen. „Van de gevolgen van de aardgaswinning in Groningen hebben we veel geleerd. Een belangrijke les is dat je niet alleen door een technische bril moet kijken naar energie, naar de bedrijfsvoering, maar dat je ook de mogelijke gevolgen voor burgers al vroeg in kaart brengt. Die moeten op de tekentafel al in beeld zijn”, stelt hij. „Het zou ongelooflijk vervelend zijn dat je over tien jaar tot de ontdekking komt dat je eigenlijk veel minder kunt realiseren in Groningen dan technisch op de tekentafel kan.”
Aardwarmte
Ook aardwarmte of geothermie komt bij steeds meer woningbouwprojecten in zwang, na grootschalig gebruik door tuinders. In overheidsplannen zit tot 2030 opwek van aardwarmte voor 2,2 miljoen huishoudens. „Met de huidige markt en subsidie is er weinig geld beschikbaar. Daardoor laat de grote opschaling nog op zich wachten. Het betekent dat sommige projecten wat opportunistisch te werk gaan”, zegt hij.
© SERGE LIGTENBERG
Waakhond SodM ziet risico’s in de opslag van waterstof in straks zestig cavernes. ’Veel is nog onbekend’, aldus directeur Theodor Kockelkoren.
Ze beginnen vaak met een goedkopere installatie en aanpak. „Het is een risico, als er geen financiële middelen zijn, dat je de putten en installaties niet kunt onderhouden. Geothermiebedrijven hebben niet altijd structurele reserves voor grootschalig onderhoud, tegenslagen en ontmanteling”, waarschuwt Kockelkoren. Gemeenten hebben al wel vergunningen afgegeven, bedrijven voldoen aan de wettelijke eisen. Een aantal projecten stopte na zeven jaar, terwijl ze dertig jaar dachten te kunnen verdienen. „Wij kunnen ingrijpen, repareren, maar wij kunnen niet aan de voorkant strenge eisen stellen. Zou dat moeten? Ik denk dat het verstandig is”, zo spreekt hij de politiek aan.
’Onvoldoende geld’
De SodM zegt alert op lopende projecten te zijn. „Er is vroeg voldoende geld nodig om de risico’s van het gebruik van aardwarmte in woonwijken te leren beheersen. Dat moét je vooraf doen. Anders kunnen zulke incidenten een rem zetten op grootschaliger toepassing, die voor ons allemaal van belang is”, zo bepleit Kockelkoren, eerder bestuurder van de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
Al bij het optuigen van ontwerpen en aanvraag van subsidies moeten de projectleiders er geld in steken om die risico’s in de uitvoering te voorkomen.
Uit het jaarrapport blijkt dat de veiligheid op veel meer terreinen in het geding is. Op land en op zee zijn er bijvoorbeeld de afbouw van installaties voor olie- en gaswinning, soms voor hergebruik, ongelukken of te veel kansen op missers, schetst SodM.
„Vooronderzoek naar de blootstelling aan gevaarlijke asbestdeeltjes en chroom6 laat een zorgelijk beeld zien, waarachter een gebrek aan deskundigheid en gevoel van urgentie bij de branche en de onderaannemers ligt”, markeert Kockelkoren. Meer activiteit op de Noordzee voor olie- en gas- en windinstallaties voor de energietransitie „zorgt ervoor dat de kans op incidenten bij duikwerkzaamheden toeneemt.
Offshore zijn er volgens de SodM-baas meer risico’s. „Op dit moment is nog onvoldoende bekend welke stoffen vrij kunnen komen bij windparken op zee en wat het effect is op het milieu.” Daarbij komt dat nieuwe bedrijven zoals de trendy ’zee-boerderijen’ voor zeewier, andere kweekondenemingen en waterstofproducenten „weinig tot geen ervaring met offshore” hebben. SodM waarschuwt voor de kans op ongelukken.
’Onbekend’
Het kabinet kondigde voor de energietransitie grootschalig gebruik van opslag aan, onderzoeksinstituut TNO en Energiebeheer Nederland rekenen op benutting van tot zestig cavernes. „Er zijn bij veel projecten grote onzekerheden nog. Het is onbekend hoeveel van die cavernes echt nodig zijn, en waar ze komen, hoe groot ze worden.”
Zelfs voor bestaande cavernes in Groningen wordt nog onderzoek gedaan om te bepalen hoe deze veilig af te sluiten zijn, schetst Kockelkoren de achterstand. „Wat op de tekentafel in een zoutlaag in te tekenen is, hoeft nog niet in de praktijk op een veilige manier uit te voeren zijn.”
Veel is in de ondergrondse lagen onbekend. Per locatie kunnen omstandigheden uiteenlopen en bij gebruik risico’s opleveren. Zo kunnen, ook onder de Noordzee, in de cavernes met toevoeging van de waterstof meer stoffen met elkaar in aanraking komen die tot een lekpijp naar boven leiden. „Wat zeer ongewenst is.”
Om na de drama’s in Groningen door de gaswinning voortaan beter te kunnen controleren, heeft de SodM bij meer budget (€8,7 miljoen) geld voor extra personeel gekregen. Maar met een totaalbudget van €28,7 miljoen en 208 onderzoekers en controleurs maakt Kockelkoren in het jaarplan meermalen duidelijk veel niet te kunnen doen. Voor Groningen zegt hij dat goed onderzoek naar na-ijlende effecten van de gaswinning nodig zijn, ook al is de winning afgebouwd. Daarbij moet er aandacht voor bewoners blijven, benadrukt hij. „Ze moeten betrokken worden.”
Eerder aanschuiven
Hij stelt daarom vroeg bij plannenmakerij aan te schuiven. „Wij willen met onze expertise voorkomen dat we op een te laat moment zien dat zich risico’s kunnen voordoen. Dat wat op de tekentafel een aantrekkelijke variant is een doodlopende weg blijkt te zijn.”
Hij vreest niet dat zijn aanbevelingen de energietransitie afremmen. „Juist niet. Het omgekeerde. Als je er aan de voorkant niet goed over nadenkt gaan zich onvermijdelijk incidenten voordoen. Neem Groningen, waar waterstofcavernes moeten komen. Bereid je het daar niet goed voor, dan kunnen we over tien jaar tot de ontdekking komen dat je minder opslag kunt realiseren”, zegt hij. „Als we daar hals over kop in gaan, bij al weinig vertrouwen, dan gaat dat broze draagvlak weg. Dan zal dat nieuwe energiesysteem niet worden opgebouwd.”